Skip to main content

Wat valt je op aan deze sommen?

Proefje

Sara staat stiekem bij de ingang van de tent naar het gesprek te luisteren. Als de Heer zegt dat zij binnen een jaar een zoon zal krijgen, kijkt ze naar zichzelf. Ze is al oud. Ze kan helemaal geen kinderen meer krijgen. En Abraham is ook al heel erg oud! Wat deze bezoeker zegt, kan helemaal niet. Wat deze bezoeker zegt, is fout!

Sara kijkt naar wat fout is. Maar vergeet om te kijken dat bij God alles mogelijk is!

Duur:                    

10 minuten

Download:

Proefje - Wat valt je op aan deze sommen?.pdf

Werkvorm:

Benodigdheden:

- werkbladen (zie download)

Voorbereiding:

Knip van te voren de drie sommen over Sara en God uit.

Opdracht:           
Laat de kinderen de tien vragen op het werkblad zien en lees ze samen met hen voor.

Vraag:                  
Wat valt je op aan deze sommen?

Vertel:                 
Jullie zagen het al meteen: 1 + 5 is geen 7. Het juiste antwoord is 6. De som is fout.

Vraag:                  
Je kunt naar deze tien sommetjes kijken en zeggen: “Er is er één fout!” Maar wat zou je nog meer kunnen zeggen?

Vertel:                
Juist! Er zijn er negen goed! Je kunt naar de ene som kijken die verkeerd is of naar de negen sommen kijken die goed zijn…

Sara staat stiekem bij de ingang van de tent naar het gesprek te luisteren. Als de Heer zegt dat zij binnen een jaar een zoon zal krijgen, kijkt ze naar zichzelf. Ze is al oud. Ze kan helemaal geen kinderen meer krijgen. En Abraham is ook al heel erg oud! Wat deze bezoeker zegt, kan helemaal niet. Wat deze bezoeker zegt, is fout!

Opdracht:           
Toon de som:  Sara + heel oud = baby!

Vertel:                 
Sara kijkt alleen maar naar de ene som die fout is: Sara + heel oud = baby! Volgens Sara kan dat echt niet. Maar ze vergeet om naar de andere sommen te kijken.

Opdracht:          
Toon de sommen: God + belofte = waar /  God + niets onmogelijk = een wonder!

Vraag:                  
Hoe kan Sara leren kijken naar de andere sommen?